Suïcide


Sjef heeft zelfmoord gepleegd. Toen ik dit begin deze week hoorde heb ik tien minuten scheldend en huilend achter mijn bureau gezeten. Mijn collega’s keken raar op, ik huil anders nooit. En suïcide komt nogal eens voor bij onze kinderen. Maar meestal zijn ze ouder. Sjef was 14. Hoe dan ook: het is altijd intens verdrietig. En bij deze jongen was ik er echt even kapot van.

Twee jaar geleden was Sjef bij ons onder de aandacht gekomen omdat zijn oudere zusje een ondertoezichtstelling had gekregen. Ze werd ernstig mishandeld door haar vader. Die sloeg haar regelmatig met de riem, kon erg agressief worden. We weten dat bij ouders die hun kinderen dermate mishandelen, het onwaarschijnlijk is dat ze dit bij het ene kind wel doen en bij het andere kind niet. Wij vertrouwden de zaak niet, vermoedden dat ook Sjef regelmatig slachtoffer was van zijn vaders agressie. Toen de Raad voor de Kinderbescherming onderzoek deed naar de toestand van zijn zusje, is ook Sjef onderzocht. Maar hoe de raadsmedewerkers ook met hem spraken, het jochie bleef volhouden dat er met hem niets aan de hand was. Hij vertoonde bovendien geen ‘kindsignalen’: signalen die bij de raadsonderzoekers de alarmbellen doen rinkelen. Hij deed het goed op school, hij was niet aan de drugs, had vriendjes, was niet depressief, had geen zichtbare blauwe plekken.

Hij was wat gesloten, maar ja, dat kan. Niet iedereen is even extravert. En op onderbuikgevoelens alleen mag je niet handelen. Zijn zus zei wel op een gegeven moment: ‘Mijn broertje heeft het slecht thuis.’ We hebben toen weer gezegd: we vertrouwen het niet. We gaan een ondertoezichtstelling aanvragen voor Sjef, het raadsonderzoek opnieuw laten openen. Maar de rechtbank wees dat verzoek af, want het kind vertoonde wederom geen ‘kindsignalen’.

En ineens hoorde ik dat hij dood was. Ik stond met Mathieu, mijn teamleider, op zijn kamer. Iemand van het crisisteam kwam binnen om te melden dat er een nieuwe voorlopige ondertoezichtstelling van zijn zusje aan zat te komen. Hij liet er plompverloren op volgen: ‘Wist je trouwens dat haar broertje zelfmoord heeft gepleegd?’ Sjef had zijn kamer niet opgeruimd, waarvoor hij heel erg op zijn donder had gekregen van zijn vader. Daarna waren zijn ouders de stad ingegaan. Toen ze terugkwamen vonden ze hem op zijn kamer; hij had zich opgehangen.

Mijn teamleider vroeg wat er met mij aan de hand was, hij vond me opeens zo bleek. ‘Mathieu,’ zei ik, ‘wij hebben altijd al gedacht dat het niet goed ging met dat kind. Maar we stonden met lege handen, we konden helemaal niets.’

Verdomme, dit is het enige waarvoor ik aangenomen ben: signaleren, handelen, kind beschermen. We hebben hier zo vreselijk gefaald. Maar, wat hadden we kunnen doen? Sjef wilde niet praten. Hij had besloten zijn mond te houden uit angst dat de situatie thuis anders nog erger zou worden. We kennen dit uit de literatuur. Sommige kinderen internaliseren en dat was precies wat Sjef deed. Hij werd onzichtbaar, om maar niet op te vallen, niet mishandeld te worden. Een modelkind.

‘Ik had met de gezinsvoogd van zijn zusje mee gemoeten naar dat gezin, ik had met Sjef moeten praten,’ zei ik tegen Mathieu. ‘Ja,’ zei hij, ‘maar je weet toch dat dit helemaal niet mag als je geen toestemming van de ouders hebt.’ Ja, dat wist ik. En we hadden geen kinderbeschermingsmaatregel voor Sjef, dus je mag ook niet elders informatie inwinnen, bijvoorbeeld op school. We hadden het kunnen melden bij het AMK*, maar er was al een raadsonderzoek geweest waaruit bleek dat er niets met Sjef aan de hand was. Dus er was niets wat we hadden kunnen doen. Helemaal niets.

Mathieu meende: ‘We hebben alles gedaan wat we konden, het is onze schuld niet.’ Toen heb ik gezegd: ‘Laat me even. Ik heb Sjef nooit gezien, weet niet hoe hij eruitziet. Maar toch, laat me nu huilen om een kind dat ertussendoor geglipt is. Ik zit tien jaar in de hulpverlening. Ik ben blij dat ik het nog kan.’

Nu ik dit schrijf, krijg ik weer een prop in mijn keel. Ik voel me niet schuldig. Ook ik weet dat we het niet hadden kunnen voorkomen. Maar het doet wel verrekte zeer.


Mevrouw, mag ik bij u wonen?

Verhalen uit de praktijk van de jeugdbescherming
Meer informatie »